Henriette Kloots - van Dillen
Every experience is education
Blogs

Onderstaand tref je blogs aan die door de tijd heen door mij zijn geschreven. De meest recente blog staat ook altijd op de startpagina. Mocht je een blog nog een keer willen lezen maar je kan je de titel niet meer herinneren? Neem dan even contact op, dan kan ik je helpen en hoef je niet door het hele archief te gaan.

Be kind. Always



This is our daughter Olivese. She is a completely healthy 4 month old baby. She can grab things and loves to lie on her tummy with her head high. Still she looks different. And it amazes me what that does to the reactions of people. Being different is not really allowed, or at least questioned. 

When we are visiting new places or she meets people for the first time we get so many questions. What's with her eye, what happened, what's THAT? It's the first thing people see and it can't go without questioning. Apparently. I respect those questions because humans are curious by nature and we like to investigate. But there's also a percentage of people that jumps to conclusions: Did she scratch herself? Did she hurt herself or the worst one, did you hit her? This last one truly amazes me. Why would a new mom hit her 4 month old..Ever. 

And although I respect the curious questions this phenomenon to me is so typical of people in general that I thought it needed a blog. Because what this represents is the fact that: she looks different so she is different so we jump to conclusions to understand the difference. And although this is understandable I would like to remind all of you that you never know what is behind the difference that you see. 

Olivese has a hemangioma and in the beginning it grew rapidly. She is taking heavy heart medication to stop the growth. The first 2,5 months it kept growing. Up to a point were we were so stressed I thought it grew by the second and kept wondering what that would do to her brain development. Finally it's under control and the stress has come down, but still we need to give our little cute baby-girl heavy medication that elderly get for heart problems. Just imagine for a second how that must feel. 

I felt obligated to share this to remind you that you never know what battle someone is fighting and that when someone looks different we sometimes have to fight our instincts and assumptions because we might just hurt someone by stating that they are different. That's what this is. Just a reminder: be kind and embrace difference. And if you are curious ask great questions and don't jump to conclusions that might hurt more than you think. 

And for us? I hope that even if the hemangioma doesn't disappear (which it normally does) she will never forget to hold her head high even when she doesn't lie on her tummy like that anymore and realizes she is gorgeous the way she is.






Ode aan de liefste zus van de wereld: Oktober 2015

Lieve zus,

Vorige week was het zussendag. En alhoewel ik die bullshit van “dagen in het jaar” en dingen doorsturen op Facebook echt bullshit vind en er nooit aan mee doe, kon ik deze natuurlijk niet aan me voorbij laten gaan. Dat verdien jij namelijk. Maar de afgelopen week heb ik me ook gerealiseerd dat zo’n foto op Facebook jou eigenlijk helemaal geen recht doet… Dus hierbij de ode aan jou, als de liefste zus van de wereld. En ik weet ook waarom je dat bent, hoor, zit je er klaar voor?:

 

  • Jij bent zo ongelooflijk goed in plannen, terwijl ik nog niet eens op tijd kan komen voor de meeste afspraken of gewoon vergeet naar de wc te gaan;
  • Jij bent in staat om zoveel ballen in de lucht te houden, ik laat er bij het jongleren van 3 vaak al een tussendoor een vallen;
  • Je hebt twee prachtige meiden opgevoed die niet alleen lief en ondeugend maar ook goudeerlijk zijn, ik krijg het net voor elkaar om mijn katten op tijd eten te geven en soms zitten ze een hele dag per ongeluk opgesloten in een kamer;
  • Jij bent zo ongelooflijk zorgzaam voor de mensen om je heen, terwijl ik al te beroerd kan zijn om in de auto te stappen (waarom hebben ze anders de telefoon uitgevonden)
  • Jij onthoudt zoveel dingen van zoveel mensen, terwijl ik structureel niet eens de verjaardagen van naasten kan onthouden;
  • Jij bent een van de weinige mensen die altijd rekening houdt met mijn allergieën, terwijl ik naar de meeste afspraken met een komkommer in mijn tas moet, kan ik die bij jou gewoon thuislaten;
  • Jij maakt de meest fantastische traktaties voor die meiden als ze jarig zijn, terwijl ik al blij ben als ik met een cadeautje op een verjaardag aankom waar een papiertje omheen zit (dat niet nog over was van Sinterklaas)
  • Jij doet fantastisch vrijwilligerswerk en werk voor goede doelen, terwijl ik al heel trots ben als ik een euro heb gegeven aan iemand die aan de deur kwam collecteren waarvan ik 3 minuten later het doel alweer vergeten ben.

 

En natuurlijk is het bovenstaande een beetje overdreven en natuurlijk heb ik ook leuke dingen en jij nare (dat weet je best) maar ik wil maar zeggen dat ik nog nooit hardop heb gezegd hoezeer ik dit aan je waardeer en hoe ongelooflijk lief je bent. Zoveel liever dan je rebelse zusje. En ik kan je denk ik ook niet uitleggen hoeveel verdriet het me doet als andere mensen niet zien hoeveel moeite jij voor anderen doet. Dus ik wilde ook gewoon even aan je laten weten: Ik heb het gezien, ik zie jou en ik vind het fantastisch! 



Never judge a book… oktober 2013

Ik zat te denken.  Waar komt dat gezegde vandaan.. Never judge a book by its cover. En stopt het daar? Of gaat het verder?

Zijn relaties en vriendschappen in het geheel niet te vergelijken met boeken? Je leert iemand kennen en je kijkt eerst alleen naar de buitenkant. Spreekt het me aan? Ben ik nieuwsgierig naar de binnenkant? Wil ik meer weten of ga ik op zoek naar een ander boek. Is de buitenkant zo duidelijk dat ik weet wat ik kan verwachten? Is iemand: “what you see is what you get”? Of moet ik toch echt even verder kijken voor ik begrijp waar iemands verhaal over gaat? Wat de verhaallijn van het boek is? Zoveel vragen die alleen de buitenkant al oproepen. Is dat in (beginnende) relaties ook niet zo… ?

Dan ga je naar de inhoudsopgave. Je krijgt een algemeen beeld van wat je aan de binnenkant van het boek mag verwachten. Het vertelt je globaal iets over de persoon tegenover je, maar geen enkel detail. In het geval van relaties staat er waarschijnlijk zelfs niet bij hoe je bij een bepaald hoofdstuk kan komen, er staat geen paginanummer achter. Soms zijn vragen genoeg om een hoofdstuk te openen en soms is er een andere methode nodig. En misschien zijn er wel bepaalde hoofdstukken die niet in de inhoudsopgave staan. De mens is in het algemeen immers erg goed in het bewaren van geheimen en het schijnt zo te zijn dat zelfs degene die je het beste denkt te kennen nog niet alles aan je verteld heeft over zijn boek, over zijn leven. Om vele verschillende redenen.

Dan kom je bij het voorwoord. Iemands Elevator Pitch. De schrijver wil iemand nieuwsgierig maken voor wat je kan verwachten. Hij doet ook aan verwachtingsmanagement, door aan te geven vanuit welke motivatie bepaalde keuzes zijn gemaakt. In het leven, in dit boek. Hij wil de lezer, het nieuwe contact, alvast een beetje aan hem laten wennen zonder dat hij je teveel van de inhoud vertelt. Als lezer is dit, denk ik, het moment waarop je gaat oordelen. Je krijgt voor het eerst een idee van de schrijver, van het boek en je gaat er iets van vinden. Van de manier waarop hij keuzes heeft gemaakt, van het idee dat je DENKT te hebben van bepaalde hoofdstukken. Van welke richting in het leven hij heeft gekozen. Maar kunnen we iets van de hoofdstukken en het boek vinden als we pas bij het voorwoord zijn?

En dan volgen de hoofdstukken. Het een langer, dan het ander. Het een meer boeiend, dan het ander. Maar 1 ding is zeker alle hoofdstukken maken deel uit van de persoon die je tegenover je hebt. Ieder hoofdstuk dat je te lezen krijgt vertelt je iets meer over die persoon en maakt of je wel of niet verder wilt lezen. Maakt of je de persoon tegenover je meer of minder gaat begrijpen. Ieder hoofdstuk zorgt voor verdieping in de relatie. Dit boek lees je echter niet altijd chronologisch. Het is immers aan de schrijver om een hoofdstuk aan je te laten lezen. Omdat het een antwoord is op een vraag die je stelt, of omdat de tijd rijp is dat je dat hoofdstuk leest. Hoe meer hoofdstukken we lezen hoe meer we over het boek, het leven van de ander te weten komen en misschien krijgen we dan ook nog een hoofdstuk te lezen dat niet in de inhoudsopgave vermeld staat. En misschien lezen wel een hoofdstuk dat ons iets nieuws leert, iets dat ons minder bevalt aan de persoon. Maar dat toch zorgt dat we het boek nog niet wegleggen.

Of het gezegde “never judge a book by its cover”  zo ver gaat als hier uiteengezet weet ik niet. Maar is het geen mooie gedachte? Dat we geen aannames doen op basis van de inhoudsopgave en het voorwoord, maar bij interesse ons best doen om telkens een nieuw hoofdstuk te mogen lezen? Dat we ons realiseren dat er in iedere relatie nog genoeg hoofdstukken te lezen zijn?

Als ik op jouw feestje mag komen.. - september 2013

Ik vind kinderen fantastisch, laat ik daar mee beginnen. Omdat we pas getrouwd zijn, is de vraag er altijd in gesprekken. En nu? Komen er kinderen? Wanneer komen de kinderen? In mijn vorige blog schreef ik al over de sociale druk die het leven na de verkering met zich meebrengt. De mens maakt het elkaar soms nu eenmaal moeilijker dan nodig is. Is mijn mening..

In eerste instantie zou je denken dat de beslissing überhaupt niet plaats hoeft te vinden op je 28e. Ik heb nog minimaal 10 jaar te gaan voordat de lijnen gesloten zijn, tijd genoeg. Maar als in je omgeving kinderen geboren worden in het tempo waarop de nieuwste iphone de winkel uitvliegt, word je er dagelijks mee geconfronteerd. Mijn antwoord voor nu is, voorlopig zeker niet. Hoezo zou ik als ik 28 ben, een beslissing “for life” nemen terwijl er geen enkele druk op de ketel staat, nog geen eierstok rammelt en DIT het moment is dat we kunnen genieten, alles kunnen doen, impulsief kunnen zijn, op reis kunnen gaan wanneer we willen, werken tot we er bij neervallen en uitslapen tot het alweer donker wordt. Ik hoor niemand klagen… behalve onze omgeving dan… maar die went wel aan mijn antwoord.

Maar het opvallende hiervan is, we maken ineens geen deel meer uit van een gedeelte van de sociale activiteiten van onze vrienden. We mogen langs op de babyborrels en actief deelnemen aan babyshowers waar de spelletjes en cadeautjes niet van gisteren zijn, maar daarna is het verdacht stil. De dagen in pretparken, de uitstapjes op zondag en zelfs de kinderverjaardagen maken geen deel uit van onze agenda terwijl onze vrienden elkaar daar wel treffen.

Wat ik het meest bijzonder vind is, waar komt dat door? Is het gevolg van mijn antwoord dat we “voorlopig zeker niet” kinderen krijgen, hier de oorzaak van? Denken mensen dat we kinderen niet leuk vinden omdat we niet meteen aan voortplanting zijn begonnen? Denken ze dat we er een hekel aan hebben omdat ik niet meteen na 5 maanden getrouwd te zijn met een dikke buik rond loop? Zien ze dan niet hoe graag we kennismaken met die kleine en bijzondere mensen? Hoe graag we met ze knuffelen en kletsen? Hoe cool we het vinden dat onze vrienden zoveel liefde laten zien voor hun kleintjes?

Ik heb me er lang over verbaasd en vandaag de stoute schoenen aan getrokken. Vandaag heb ik voor het eerst aan een vriendin gevraagd waar de uitnodiging voor ons was voor de zoveelste verjaardag van haar kleintje en ze antwoordde simpel met: Je hebt helemaal gelijk, ik heb jullie niet uitgenodigd. En waarom? Daar had ze het antwoord niet op.

Dus aan alle ouders van bijzondere kinderen die vrienden hebben die “voorlopig zeker niet” kinderen willen. We vinden jullie kinderen zeker de moeite waard om tijd voor vrij te maken, net zoals we jullie de moeite waard vinden. En we beloven dat we ze niet zullen opeten of expres pijn doen..

Sociale druk op life changing events - Juli 2013

Als ras, wij mensen, zijn we sociaal. We worden graag omringd door andere mensen, de een meer dan de ander, maar we zijn vooral niet gemaakt om alleen te overleven. Menig relatie en vriendschap zou weleens gebaseerd kunnen zijn op het feit dat we niet alleen willen zijn en bang zijn om “alleen te eindigen”.  Zonder oordeel vraag ik me dat wel eens af. Want angst voor eenzaamheid kan ook een motivatie zijn voor een relatie. Al zijn we er ook wel weer van overtuigd dat we toch wel alleen eindigen, want je komt immers alleen en je gaat alleen. Dat roepen we tenminste. Maar niemand wil uiteindelijk een begrafenis zonder opkomst en ouders willen ook geen baby borrel zonder bezoek. Kortom, rationeel weten we dat we alleen zijn, emotioneel hebben we mensen nodig. Echter het feit dat we sociaal zijn en onszelf omringen met anderen legt ook een druk. Al eerder heb ik geblogt over sociale vergelijking en de mate waarin we onszelf aan anderen meten. Onlangs heb ik een nieuwe vorm van sociale druk ervaren.

De sociale druk op life changing events. In gesprekken zijn we moeiteloos in staat om de sociale druk op te voeren. Als je vrijgezel bent en je komt op een leeftijd dat een vaste relatie “gebruikelijk” is, om het woord normaal maar te vermijden, word menig keer gevraagd of je al een vriend(in) hebt. Wanneer je dan een relatie hebt en “gelukkig” in de pas loopt word je gevraagd of je al gaat samenwonen of gaat trouwen.

 Jarenlang is me de vraag gesteld “gaan jullie nog trouwen, is je vriend al van gedachten verandert, wanneer gaat het gebeuren, is hij al op zijn knieën gegaan, gaan jullie ooit nog trouwen” Naarmate de tijd vorderde werden de vragen ook meer duwend. Of ik ging me meer irriteren… 28 maart ben ik zelf, of eigenlijk we, in het huwelijksbootje gestapt. Stiekem, omringt door 15 mensen. Niet omdat het in de lijn der verwachting lag, niet omdat we een bepaalde leeftijd hadden bereikt, niet omdat iedereen het maar doet en niet om een mooie witte jurk aan te kunnen, wat sowieso niet kan als je het stiekem doet, maar simpelweg omdat we graag man en vrouw wilde worden. Voor mijn gevoel ben ik dan ook geen “slachtoffer” van die sociale druk, maar is dat werkelijk zo? Is iedereen niet een beetje gevoelig voor sociale druk? Wil je als mens niet graag in de pas lopen omdat je sociaal bent? Vast wel een beetje….

 Waaraan ik merkte dat we het niet voor de druk hebben gedaan is dat ik ongelooflijk overweldigt was door de reactie van andere mensen.. “Wat fijn dat het toch gebeurt is, EINDELIJK, ik dacht dat het nooit meer zou gebeuren…” Opmerkingen die erop duidde dat we weer in de pas liepen en daarvoor werden we beloond met complimenten.

 Maar als je denkt dat dit het is, nu 4 maanden later beginnen de volgende vragen: “komen er nu ook babies, nu wordt het toch wel tijd om aan gezinsuitbreiding te denken, gaan jullie ook aan de kinderen,” Ik kan er maar niet de vinger achter krijgen. Vragen mensen dit elkaar uit beleefdheid, omdat ze geen andere vraag weten te stellen, omdat ze bang zijn dat we straks (weer) uit de pas lopen, of uit pure nieuwsgierigheid.

Maar wat me nog het meest intrigeert is, wanneer houden we op met deze vragen te stellen. Je komt toch op een leeftijd dat dit soort vragen ongepast zijn? “Wanneer ga je denk je naar een bejaardentehuis, ga je al nadenken over je begrafenis, zijn er al plannen om dood te gaan?” Ergens houden we dus op met het stellen van vragen. Ergens rondom waar het einde in zicht is.

 Ik zou eigenlijk het voorstel willen doen om nu al “pas” op de plaats te nemen met het stellen van die vragen. Laat een jong koppel genieten voor ze tegen elkaar gaan zeuren over het dopje van de tandenborstel, laat een stel met het eerste kind bijkomen van de verandering voor ze aan de tweede beginnen en laat een net getrouwd koppel genieten van de roze wolk voordat ze aan luiers “moeten” gaan beginnen. Daar worden we allemaal een stuk relaxter van..

 

Balen met een deadline - juni 2013

 Vandaag is de dag van een grote hardloopwedstrijd in mijn eigen stadje, Amersfoort. Ik had deze loop met koeienletters in mijn agenda gezet, nadat afgelopen september scheenvliesontsteking bij me werd geconstateerd, leek me dit een mooi doel. Ruim een half jaar herstellen en dan weer opbouwen. Nu is mijn scheenvliesontsteking in de tussentijd alleen maar erger geworden en heb ik na die tijd niet langer meer dan 15 minuten kunnen rennen (1x) om vervolgens weer totale rust in te lassen. Dus vanmorgen kreeg ik de reminder op m’n telefoon: 10 km Amersfoort.

Dan kan je 2 dingen doen, misschien wel meer maar even voor het idee,bij de pakken neer gaan zitten of niet. Als ik bij de pakken neer zou gaan zitten dan zou ik gaan bedenken hoe leuk ik mijn eerste 10 km vond, hoe goed hardlopen voor je mentale en fysieke gezondheid is, hoe blij ik ervan werd om mijn schoenen aan te trekken en gewoon te gaan, hoe cool het is om met je zelf te competitie aan te gaan. Maar wat levert me dat op? Toch kan je er ook niet in zijn geheel overheen stappen, het doet immers toch een beetje pijn.

 In zo’n geval doe ik altijd het volgende, en daarom wilde ik dit graag met jullie delen. Ik geef mezelf een deadline. Die deadline staat in verhouding tot hoe vervelend het is. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik er een uur van mocht balen. Lekker zeiken en zeuren voor 1 uur. Laatst kreeg ik een belachelijk hoge, maar natuurlijk terechte, boete voor te hard rijden, 2 uur balen. Natuurlijk werkt het niet voor de zware dingen van het leven. Maar het is voor baalmomenten wel heerlijk om er jezelf even in te verliezen, het mag er echt even zijn. Daarna is het heerlijk om het een plek te geven en door te gaan. Misschien helpt het jou ook..

 

Herken je me? - november 2012

Mensen die me al jaren kennen, kunnen het zich niet voorstellen. Ikzelf kan er de vinger nog steeds niet achter (of op) krijgen. Toch is het zo. Mensen onthouden mij niet. Ik heb het over de jaren heen een beetje bijgehouden en ik kom op een gemiddelde van vijf keer. Ik moet me zo’n vijf keer voorstellen aan mensen, voordat ze me herkennen. Ik moet mensen vijf keer hebben uitgelegd wie ik ben voordat ze zich bij de volgende keer niet weer opnieuw aan me voorstellen.

Als ik dat vertel tegen mensen die ik al langer ken, snappen ze er niks van. Ze komen met zinnen als: je bent toch geen muurbloempje, je hebt je mondje toch wel bij je en ik kan me daar nu helemaal NIETS bij voorstellen. Dat beschouw ik dan maar als een compliment. Na 6 jaar heb ik eindelijk mijn vriend die mijn verhaal kan bevestigen. Simpelweg omdat hij er elke keer naast staat als mensen hun hand naar mij uitreiken met, “ik ben… “, ook als ze me al jaren kennen.

Voorbeelden om mijn verhaal te ondersteunen zijn er zoveel dat de blog erover niet eens meer leuk zou worden en ik waarschijnlijk zelf in een hoekje zou gaan zitten huilen, omdat ik het zo zielig voor mezelf vind. Zelfmedelijden heb ik geen moeite mee, al mag het nooit langer dan vijf minuten duren, vind ik.. Ik zal jullie daar dus niet mee vervelen, al kan ik zeggen dat ik al menig genant moment heb meegemaakt, mensen die je drie kussen wilt geven maar die een meter achteruit springen, mensen die zich voorstellen alsof je de nieuwe vriendin van bent (geeft niet, ik kom hier al zes jaar), mensen die na een hele avond in de kroeg naar je toekomen en vol verbazing roepen dat ze niet hadden gezien dat jij er ook was, terwijl je ze toch al 3 keer in de ogen hebt aangekeken.

Heb ik me afgevraagd waar het door komt? Tuurlijk! Ik denk dat ik niets heb wat opvalt. Geen rare neus, geen grote bos haar, geen flaporen. Gewoon een soort van symmetrisch gezicht, een gemiddeld Nederlands figuur, standaard kledingsmaak en geen opvallendheden. Toch is het op bepaalde momenten handig als mensen weten wie je bent. Zodat ik gewoon ook iemand spontaan om de hals kan vliegen zonder dat die persoon me aankijkt alsof ik uit een gesticht kom lopen of een probleem heb met personal space. Of op een event zijn van je werk waar je al 15 jaar werkt en dan freelancers ontmoeten die eerst naar je naamplaatje kijken in plaats van naar jou omdat ze geen idee hebben. En dan baal ik. In het echte leven heb je dus geen naamplaatjes. Al heb ik dat overwogen, iemand raadde me aan om een ketting met m’n naam aan te schaffen. Toch heb ik daar hele andere associaties mee. Ook zei iemand dat het door mijn plakfactor komt en dat het hoog tijd wordt dat ik het boek aanschaf dat je daar alles over kan vertellen. Hoe je je plakfactor kan verhogen. Anderen raden me aan dit om te zetten van een zwakte in een talent en te gaan figureren in series. Als niemand je onthoudt kan je elke dag iemand anders spelen in dezelfde soap.

Tot 3 weken geleden, toen vond ik de oplossing. Ik was op een netwerkavond en iedereen moest naast zijn naam iets verrassends over zichzelf vertellen. Ik zei dat mijn naam Henriette was en dat niemand mij onthoudt. Ook als je denkt dat je dat wel doet. De hele avond heb ik eraan moeten geloven. “Ik weet het nog hoor Henriette! Ik weet nog hoe je heet en welk gezicht erbij hoort!” Twee weken later kwam ik die persoon tegen en inderdaad. Hij wist nog wie ik was!

 Ik denk dat het zoiets is als met kinderen. Dat je ze moet vertellen dat ze iets niet moeten doen en dat ze het dan juist wel doen. En toen bedacht ik het me. Wat als ik daar nu mijn gimmick van maak. Ik ben dan niet het meisje met het paarse haar (overwogen) of de enorme oren (ook overwogen om gewoon flaporen te laten maken) of die met die rare grapjes (lastig aanleren maar wel te doen) maar ik ben het meisje dat niemand onthoudt. Dat is mijn plakfactor. 

Ik zal me dus even opnieuw voorstellen, mijn naam is Henriette van Dillen en jij gaat me niet onthouden.

10 dingen die je in de trein nooit zou zeggen…maar wel denkt.. - november 2012

 

  1. Beste meneer tegenover me, ik weet dat ik er erg goed uit zie vandaag, ik zag het vanmorgen ook in de spiegel. Maar om me nu 13 minuten aan te gaan zitten staren. Dat voelt toch een beetje ongemakkelijk.
  2. Beste meneer tegenover me, dat u gedoucht heb kan ik zien aan uw natte haar (hoop ik), maar is het een idee om de volgende keer ook uw kleren te wassen? U stinkt.
  3. Beste student tegenover me, ik weet het, het is vrijdagochtend, ik weet dat het nog geen 10 jaar geleden is dat ik ook op donderdag doorhaalde, maar als een werkend mens van je adem dronken wordt, kan je misschien beter in het tussenstuk gaan zitten.
  4. Beste mevrouw tegenover me, ik heb nog niet ontbeten. Ik word er dus een klein beetje onpasselijk van dat u in uw neus zit te peuteren.
  5. Beste mevrouw die in haar neus zit te peuteren, ik denk niet dat de schoonmakers het heel leuk vinden om uw snot onder dat tafeltje vandaan te moeten halen. En bovendien zit ik normaal gesproken altijd aan uw kant. Morgenochtend dus ook…
  6. Beste meneer tegenover me, niezen heeft niemand onder controle, maar wellicht kunt u het de volgende keer in uw hand doen in plaats van in de krant alvorens hem voor iemand anders achter te laten op het tafeltje.
  7. Beste meneer tegenover me, ik denk dat ik nog niet wakker ben, of kom je misschien net uit de wehkamp gelopen. U mag er best zijn.
  8. Beste mevrouw tegenover me, mag ik zeggen dat ik het wat vreemd vind dat u uw vriendin wijst op het stilte bordje in deze stiltecoupe om vervolgens wel de hele reis heel hard te gaan zitten praten.
  9. Beste mevrouw naast me, het krantje dat ik in mijn hand heb is gratis te verkrijgen bij de ingang van elk station en vaak ook bij de uitgang. U bespaart uzelf dus geen geld door met mij mee te lezen en daarbij gezellig uw hoofd bijna op mijn schouder te leggen.

10. Beste meneer tegenover me, ik geloof niet dat een sleutel de beste manier is om vuil onder uw nagels vandaan te halen, bovendien heb ik net voor de zekerheid maar even mijn tas dichtgeritst. Zou u dat willen laten?

 Toch… een betere wereld begint bij jezelf. Ik beloof bij deze plechtig wat vaker een kauwgompje te nemen voordat ik op de vroege ochtend in de trein stap.


Een goed gesprek: niet te plannen

Je kent iemand al jaren en hebt altijd gesprekken op een “social talk” niveau, hoe het gaat, op het werk, thuis, met kids. En dan ineens raak je met die persoon in een andere omgeving, op het juiste moment, in een gesprek. Een diepgaander gesprek waarbij je elkaar ineens op een ander niveau leert kennen.

Het gebeurt me vaker, maar deze keer maakte het grote indruk en liet het gesprek me niet zo makkelijk los. Dat gebeurt me zeker maar 1 keer per jaar. De reden dat het indruk maakte was omdat waar we tegen aan liepen hetzelfde was, en we nog nooit in de gelegenheid waren gekomen dit met elkaar te delen. En de mensen om ons heen die elkaar vaker spreken, niet exact weten wat er zich echt in ons afspeelt. Ik denk zelfs dat niemand zich had gerealiseerd dat het hetzelfde was, omdat het zich op een andere manier uitte. Omdat niemand zich dat realiseert en het dus voor een deel diep in ons zit, is het juist heel bijzonder om het erover te hebben. Je begrijpt elkaar, je deelt ervaringen, maar veroordeelt op geen enkel niveau en je hebt het tegen iemand die je volledig begrijpt.

Dat zet me dan aan het denken. Wat maakt dan dat we hier niet eerder met elkaar over in gesprek zijn geraakt? Omdat we de gelegenheid niet scheppen, of omdat we die niet kunnen scheppen? Omdat we vast blijven houden aan een vast patroon van “ social talks”? Omdat we het spannend vinden om bij iemand die we niet goed kennen aan te komen met zwaardere problematiek? Omdat we bang zijn dat de ander zich juist niet kan vinden in ons verhaal en we de plank misslaan. Of omdat een goed gesprek zich niet laat dwingen?

Ik denk dat het ok is dat we deze gesprekken niet altijd en met iedereen voeren, dat maakt dat die paar onverwachte ons extra bij blijven. En als je een goed gesprek afdwingt blijft hij je zeker minder lang bij. Toch zou ik je willen uitdagen in gesprekken soms even wat dieper te graven, wie weet wat voor moois je tegen komt.


Nederlandse horeca nog niet klaar voor allergieen

Ik ben dol op gedrags en psychologische experimenten, voor mezelf. Niet geheel wetenschappelijk, maar wel vol van analyses observaties en conclusies. Gewoon een maand iets proberen en kijken of het werkt. Hoe weet je het anders? Nu ben ik gedwongen tot een experiment... En ik ben bang dat het geen experiment zal blijven maar een way of life aangezien het heel goed uitpakt. Een tarwe en koemelk allergie...ontdekt in het alternatieve circuit maar niet minder waar.

Nu 5 maanden later, geheel vrij van koemelk en tarwe ben ik gezonder en blijer dan ooit. Er is 1 nadeel: de horeca.... mijn geschiedenis in de hospitality maakt me natuurlijk een lastige gast en ik kan ook kritisch zijn op hoe ik behandeld word. Ook pre- allergie. Maar wat ik sinds die tijd heb meegemaakt slaat alles. Even een aantal voorbeelden:

Eten bij een sushi restaurant in amersfoort, we hebben een diner met 20 vrienden. Ik vraag beleefd aan de ober welke dingen op de kaart voor mij geschikt zijn. Hij loopt naar de keuken, komt terug en zegt: mevrouw er is niets dat u kunt eten hier. 20 hoofden mijn kant op.... Gevoel van gene bekruipt me.. Toen hij, op streng aanraden van mij, een second opinion bij de keuken opvroeg kon t ineens wel,....10 gerechten die ik zonder probleem kon nemen. Maar toen was het kwaad al geschied.

Brunchen bij een sjiek hotel in den haag. Nachtje met vriendinnen, gezellig! Valet parking en alles. De volgende ochtend gaan we vol goede moed ontbijten want ik heb zowel bij de reservering als bij aankomst gevraagd of mijn allergieen geen probleem waren. Natuuuuuurlijk niet! Gek mens! Dan kom je beneden en wacht je 3 kwartier op glutenvrije croissants. Waar je vriendinnen allang klaar zijn. De dame met de broodjes komt de eetzaal binnen en schreeuwt, als een vis EN marktwijf: glutenvrij broooooood glutenvrij broooood. Alsof de bananen in de aanbieding waren. Ik duik weg achter mijn servet in de hoop dat ze het niet nog een keer gaat doen of nog erger, begint te wijzen,....de croissants waren erg lekker dat dan weer wel...

Wat eten op schiphol....Nergens een tentje te vinden dat pure salade heeft of iets anders dat ik mag. Geen probleem. Ik mag best frietjes nemen en dan heel hard hopen dat er in het vet niet teveel andere zaken hebben zitten bakken. Dus kies ik een sjieker (en duurder!) tentje waar ik minder risico loop dan bij de burger king. De jongen snapt het, geeft me alleen een bord frietjes. Maar net als hij mijn horeca hart heeft gestolen schreeuwt hij naar de dame achter de kassa, 3 meter verderop, : deze mevrouw heeft frietjes van hier, want ze is allergisch voor de frietjes van de burger king, maar kun je ze wel zo afrekenen? 10 vragende gezichten in de rij die me aankijken of ik iets raars heb. En weer schaam ik me.....

 Ik schaam me, terwijl zij zich moeten schamen.... Ik ben een uitzondering, wil dat helemaal niet zijn en wordt er toch behoorlijk uitgepikt de hele tijd....

 En zoals altijd in de horeca gaat het er niet om of je wel of niet lekker kan koken of het juiste eten kan bereiden, maar om je gedrag en je houding... En aangezien mijn experiment een levenslange is en steeds meer mensen met een allergie kampen, stel ik voor dat horeca trainers hier meer focus op leggen, of horeca medewerkers zichzelf ook eens aan zo'n experiment onderwerpen. Gewoon 2 dingen schrappen en 2 keer uit eten, kijken wat je er dan nog van vindt.











De sociale kaart, medicijn tegen een sociale burnout

Al sinds ik ben begonnen met werken heb ik een coach, niet continu en niet altijd even hard nodig en niet altijd dezelfde. Het helpt het dingen op een rij te zetten. Eigenlijk, net als dat je een personal trainer inhuurt om te trainen, laat ik me coachen: om discipline op te brengen, een stok achter de deur. Alleen gaat het bij mij, en ik denk bij menig ander coachee, om de discipline om aan zelfreflectie te doen. Waar sta ik, waar wil ik heen, hoe kom ik daar en ben ik wel goed bezig, ben ik wel met de juiste dingen bezig. Dat ga je niet in je eentje zitten doen tijdens een werkdag en daar maak je vaak uberhaupt geen tijd voor. Reflectie wel, maar zelfreflectie? Ik besef me dat het een luxe is maar eveneens dat het mijn way of life is. Als je gelooft in en leeft naar life long learning, dan vind je dat ook in coaching.

Zo kwam ik bij de vraag die ik mezelf en anderen al vaker gesteld heb, als je iemand bent in de extraverte hoek van de persoonlijkheidsindelingen, je hebt een (grote) schare mensen om je heen, in al mijn bescheidenheid, bent eerder dan anderen geneigd iemand een vriendin of vriend te noemen en iedereen is altijd welkom. Hoe zorg je dan dat je geen sociale burnout krijgt? Een fenomeen waar ieder mens met een druk sociaal leven wel eens tegen aangezeten heeft. Al wordt het niet zo genoemd. Alles wordt een moetje, je sleept je van de ene borrel naar de andere meeting of verjaardag en bent nooit bezig met waarom en hoe. Laat staan dat je op alle momenten even oprecht aanwezig en geinteresseerd bent in de persoon tegenover je. Je gaat gewoon!

Maar als je in je werk bezig bent met het stellen van prioriteiten, time management en waarden, waarom niet in je sociale leven? Eerder gaf ik al aan dat we immers ook nooit prioriteit geven aan het hebben van een moment voor jezelf of een moment voor creatie. Dus mijn coach gaf me een tip die ik jullie niet wil onthouden, omdat ik hem ook zelf nog nooit eerder gehoord heb:

Maak een sociale kaart:

- Maak een binnenste kring met je dierbaarste vrienden

- Maak een middelste kring met je andere (niet overige) vrienden

- Maak een buitenste kring van kennissen.

Misschien heb je meerdere kringen nodig, misschien minder.

Hoe simpel dit klinkt om te maken, zo is het ook: om hem te maken. Maar dan begint het, de zelfreflectie, kijk er eens heel goed naar, en heel eerlijk…. Wat valt je op?

Om niet met de eer te gaan strijken, hierbij de bron en inspiratie: Anneke Mijnhardt, www.dfg.nu


Service, niet roepen maar doen

Als je tegenwoordig zegt dat je niet druk bent, kijken mensen je raar aan.

Als je zegt dat je druk bent, hoor je erbij.

Als je tegenwoordig zegt dat je service onzin vindt, kijken mensen je raar aan.

Als je zegt dat je met service bezig bent, hoor je erbij. Maar wat service betreft, wanneer gaan we dan een keer doen wat we zeggen?

Al sinds ik tijdens mijn studie in de hospitality heb gewerkt willen mensen niet altijd meer met me naar een restaurant. Omdat ik zeur om de chagrijnige medewerker, omdat ik zeur als het eten niet de kwaliteitsstandaard heeft die ik zou wensen en als het eten onnodig laat is. Kortom ik zeur om slechte service in de horeca. In dit geval omdat ik weet waar ik recht op heb. Als je jaren aan de andere kant hebt gestaan weet je hoe het werkt en vind je er dus ook iets van als het niet goed geregeld is. Ik dacht dat ik een zeur was in de horeca, maar ik vind ook blijkbaar iets van andere vormen van service.

Onlangs zijn we verhuisd en alles ging bij de oplevering helemaal geweldig, alles keurig afgemaakt, alles geregeld en de man van de keuringsdienst was er zelfs erg over te spreken. Maar daarna ging alles mis, als je een uitzondering wordt in onze maatschappij, omdat je er zelf om hebt gevraagd omdat je het net even anders dan anders wenst of omdat je het wordt als er iets verkeerd geleverd is en je niet in de standaard procedure valt, dan gaat het mis. Maar zeuren is zo vermoeiend en niet leuk voor je omgeving. Dus ik pak het deze keer anders aan. Voor alle tijd en energie die het ons gekost heeft om alles voor elkaar te krijgen wil ik graag de volgende leveranciers extra bedanken:

-       Internetorganisatie, voor het 2 maanden te laat leveren van het internet dat nu nog steeds niet goed werkt;

-       Keukenbedrijf, voor het twee keer verkeerd bestellen van de filter voor de afzuigkap die nu dus nog steeds niet werkt;

-       Meubelwinkel voor het slaan van nietjes in onze tafel waardoor we nu tegen 8 mooie gaten aankijken, nog steeds;

-       Andere meubelwinkel voor het verkeerd afleveren van onze mooie stoelen met biesje, maar dan zonder biesje.

Alle bovenstaande leveranciers wil ik graag nog eens extra bedanken voor:

-       Het niet beantwoorden van emails

-       Het niet terugbellen

-       Het structureel niet tonen van eigen initiatief

-       Het structureel niet compenseren van het door ons geleden leed

Zullen we dan met z’n allen ophouden met roepen dat we service leveren en kijken of we dat ook echt kunnen gaan leveren? Dan kan ik me weer beperken tot zeuren in de horeca.

 

Nieuw jaar nieuwe kansen - januari 2012

Goede Voornemens 2012. We zitten met het gezin om tafel en er wordt gevraagd wat zijn jouw voornemens voor het nieuwe jaar, 4 op de 6 gaan over sport. De andere twee gaan over afvallen of minder drinken. Al dan niet gebaseerd op de kater van de dag ervoor. En dan valt me een thema binnen dat me de laatste weken al vaker is binnengevallen. Goede gesprekken.

Wat is een goed gesprek? Met wie heb jij een goed gesprek? En waar gaat het dan over? Waarom denk ik dat het gesprek niet zo diepgaand is als het gaat over sporten of drinken. Moet het dan altijd maar gaan over de zin van het leven en de essentie van je bestaan, of een grote gebeurtenis in 2012. Er vallen me dus eigenlijk 2 dingen op. Dat mijn definitie van goede gesprekken misschien een wat zware is en dat dat type gesprekken ook niet zo vaak voorkomt.

Een van mijn dierste vriendinnen woont niet in Nederland. Als zij twee keer per jaar in Nederland is, dan hebben we echt goede gesprekken, naar mijn definitie. Dan gaat het over dromen, wat ons tegenhoudt, waar verlangens liggen en waarom we die hebben. Ik vroeg haar waarom ik dat soort gesprekken niet vaker heb, terwijl ik er juist best behoefte aan heb. Niet altijd, het mag ook light, maar soms. Ze zegt dat je mazzel mag hebben als je het al met een paar mensen hebt en dat dat je echte vrienden zijn. Tuurlijk geloof ik haar, maar ik denk ook dat het ergens anders door komt.

Voor haar maak ik tijd. Veel tijd. Ik kijk niet op de klok, ik plan ver van tevoren iets met haar in en zorg dat ik erna nergens naartoe moet. Ik doe dat niet omdat ik weet dat ik met haar nou per definitie een goed gesprek zal hebben, ik doe dat omdat ik haar niet vaak zie. Twee keer per jaar, dus wil je het maximale eruit halen. Niet met de intentie op een goed gesprek, maar omdat ik weet dat ik haar daarna weer moet missen. En dan merk ik dat de oplossing veel simpeler is dan ik dacht. Tijd maken, zo cliché doe je alleen voor de dingen die je plant.

Een goed gesprek is niet te plannen, tijd voor de mogelijkheid op een goed gesprek wel. Maar over het algemeen maak ik geen tijd voor dingen die eventueel kunnen gebeuren. Ik maak alleen tijd voor dingen die ik wil dat gebeuren. Zo maak ik ook geen tijd voor inspiratie. En ik maak er ook geen tijd voor vrij om het eventueel te laten gebeuren. Dus dan is dat mijn goede voornemen. Meer tijd inplannen waar eventueel iets in kan gebeuren. Wedden dat het me inspiratie oplevert?

Gelukkig 2012!

Ik hoor stemmen

Normaal in de wereld van de psychologie en psychiatrie. Gek in de wereld van de normale mens. Als je stemmen hoort, ben je gek. Behalve dat het woord gek niet echt zo geaccepteerd is, dus je hebt een stoornis. Ook goed. Een mens heeft een persoonlijkheid, 1 en als je er meerdere hebt, dan heb je MPD, multiple personality disorder. Op zich denkt “ de volksmond” dat je schizofreen bent, maar dat is een beetje het probleem van de volksmond, dat gaat vaak zijn eigen leven leiden. Dus voor de niet-psychologen onder ons, schizofrenie is dat je niet goed kan onderscheiden wat waarheid en wat fantasie is, MPD dan heb je meerdere persoonlijkheden. Natuurlijk weten we dat de psychische wereld niet altijd zwart of wit is en hebben mensen soms allebei. Maar ik dwaal af.

Alles is relatief, ook bovenstaande gedachten. Maar laten we nog even van dit paradigma uitgaan. Al jaren worden gedragsmodellen uitgevonden die, die ene persoonlijkheid kunnen uitfilteren. Wie ben ik, wat kan ik, wat maakt mij anders dan anderen. Belbin, welke teamrol heb ik, DISC, waardoor word ik gemotiveerd en welk gedrag is specifiek voor mij. Assessments werden in het leven geroepen om die ene persoonlijkheid en dat ene specifieke gedrag te achterhalen. Wie heb ik tegenover me, en in welk hokje past die persoon het best, dacht elke recruiter.

Maar, times are changing,

Ik zie een shift in paradigma. Laatste tijd heb ik het Schildenmodel van Arienne Klijn van dichtbij mogen ervaren, een model dat vier innerlijke schilden beschrijft waarbij je mag luisteren naar je man, je vrouw, je jongetje, je meisje. Als je innerlijke gezin in balans is, functioneer je het beste. Ik ga nu even kort door de bocht, maar iedereen kan Googlen. Ook ontmoette ik de methodiek Voice Dialogue, een nieuwe techniek die letterlijk uit gaat van meerdere stemmen in je hoofd. Bij normale, niet gediagnostiseerde mensen! Voice Dialogue laat je luisteren naar de perfectionist in jezelf of de streber, of de vrolijke frans. (H)erkennen dat de stemmen/personen/schilden er zijn, mag dus nu! Je mag herkennen en erkennen dat ze er zijn en je gaat ervoor zorgen dat je daardoor beter leert luisteren naar de verschillende kanten die je hebt. Dus stemmen horen en meerdere persoonlijkheden hebben zijn aan de orde van de dag en worden in de wereld van training en ontwikkeling steeds meer geaccepteerd.

Nu verwacht je natuurlijk mijn mening of een sarcastische opmerking over de “ nieuwe” modellen en wat ik ervan vind. Die komt niet. Het is deze keer puur een observatie, een belangrijke, die ik met jullie wilde delen. Maar een mening is ook niet nodig, elke taal die we kunnen geven aan ons eigen gedrag, aan wie we zijn en wat we doen en hier ook nog min of meer een verklaring voor kunnen geven helpt ons onszelf te ontwikkelen en meer inzicht te krijgen in onszelf. Voor mij is dat voldoende. Ook wel mooi om te weten dat als je dus over 2 jaar in de trein zegt, mijn rebelse stem wilde geen kaartje kopen, de conducteur dat misschien maar gewoon goed vindt.


Hoe te reageren als iemand je vertelt dat een familielid is overleden

Niet al te lang geleden is mijn opa overleden. Wat was ik geschrokken, binnen 2 weken is wel erg snel en ook al is iemand 90 dan denk je nog niet dagelijks aan het moment dat die persoon er op een gegeven moment niet meer is. Ik sta in ieder geval wat positiever in het leven dan dat..

Wat ik enorm opvallend vond is de reacties die je krijgt als je dit nieuws meedeelt:

Hoe oud is hij geworden? oh 90! mooie leeftijd!

Nou je mag toch maar blij zijn dat je hem zo lang bij je hebt gehad.

Hoe is hij overleden? Oh binnen 2 weken en zonder pijn? Nou dat is dan toch maar gelukkig.

Ik kan soms een beetje sarcastisch worden in situaties die me verdrietig maken, zoals ook deze. 90? Dat is helemaal niet zo oud als je bedenkt dat hij ook 101 had kunnen worden. Blij dat ik hem zo lang bij heb mogen hebben? En ons huis dan, dat over een maand wordt opgeleverd, is dat niet een reden om hem nog even bij me te willen houden? En hoe durf je te zeggen dat de omstandigheden gelukkig zijn?! Dus zette ik mijn meest vriendelijke gezicht op en bleef maar volhouden dat het toch wel een beetje anders voelt als het je eigen opa is, en dat er eigenlijk nooit een mooie leeftijd is om dood te gaan. Maar de reacties werden er niet minder door.

Er was wel geteld 1 vriendinnetje die me vroeg hoe de band met mijn opa was en hoe ik me erbij voelde, omdat ze zelf ook een opa heeft verloren waar ze een enorme band mee had. En misschien omdat ze ook een psychologische achtergrond heeft, maar ik wil niet meteen gaan stereotyperen.

Maar waarom doen mensen nou zo? Ik heb altijd gedacht dat mensen dit zeiden omdat ze dan bang zijn dat je midden in een gewoon gesprek in huilen uitbarst, jezelf niet meer onder controle hebt of dat ze proberen te voorkomen dat ze je moeten troosten. ENG. Pas recentelijk ontdekte ik dat het helemaal niet komt doordat mensen dingen voor je willen bagatelliseren of bang zijn dat je je als een normaal mens gaat gedragen. Ze geven graag een contra-reactie. Hoe heb ik dat ontdekt? Ik kwam iemand tegen die ik nauwelijks ken en hij vroeg, het ging toch slecht met je opa, hoe staat het nu? Dus ik zeg: Hij is inmiddels overleden. Omdat ik het luchtig wilde houden, het was immers mijn tandarts zei ik, Maar hij was 90 en is zonder pijn gestorven dus daar mogen we alleen maar blij mee zijn.

Antwoordde hij: Ja maar ja het gaat toch wel om je opa, dat is toch een heftige gebeurtenis.

BEDANKT! Dat had iemand even 4 weken geleden tegen me moeten zeggen. I rest my case.

 


Hij heeft het goed gedaan

Ik las een boek over missie en visie en kwam de volgende zin tegen: Hij heeft het goed gedaan in het leven. Het zette me aan het denken.

Wanneer heeft iemand het goed gedaan in het leven? Als je een leuk gezin hebt, een leuke partner, als je goed geld verdiend, als je doet wat je het allerleukst vindt, als je gelukkig bent? Of alleen als je alles van dit hebt?

Het antwoord dat logisch gezien het eerste in je opkomt is natuurlijk dat als je gelukkig bent en doet wat je leuk vindt je het over het algemeen goed gedaan hebt. Maar is het in de praktijk niet heel anders?  Zijn we in de praktijk niet veel meer geneigd om te denken dat iemand het goed gedaan heeft als hij in een groot huis woont? Als hij veel geld verdient en succesvol is in het leven?

De reden hiervoor is dat de mens geneigd is vergelijkingen te maken. Van zichzelf met anderen en tussen anderen. Het is enorm concreet om aan iemands grootte van het huis of het level dat hij heeft in een organisatie te weten wat voor levensstandaard iemand heeft en dus hoe goed hij het gedaan heeft. Maar hoe kun je nu weten of iemand gelukkig is, en als hij gelukkig is hoe gelukkig hij dan is? Het feit dat we niet concreet kunnen aanwijzen dat iemand het op dit vlak goed heeft gedaan maakt dat we het daar niet snel aan meten. En we dus terugkomen op concretere dingen als banen en geld. Ik kan me nog herinneren als de dag van gisteren dat mijn maatschappijleraar vertelde hoe mensen zich voorstellen bij het tv-programma Lingo. Op de vraag: Wie ben je? Antwoorden mensen 9 op de tien keer, ik ben Klara, ik ben tandarts. Is dat wie je bent? Of is dat wat je doet?

Wat een nog interessanter gevolg is op deze vraag is, in hoeverre laten we ons beïnvloeden door dit gegeven in de keuzes die we maken in het leven. Afgelopen week sprak ik een kennis. Toen ik vroeg hoe hij het had op zijn werk gaf hij aan dat hij alles leuk vond, behalve het feit dat het onder zijn niveau was. De vraag is in hoeverre die persoon er zich zelf aan stoort of in hoeverre hij zich stoort aan hoe hij dit aan de buitenwereld moet “verkopen”.

Om me heen en in de leeftijdsgenoten die net in hun tweede of derde baan zitten blijkt dit een populair terugkerend onderwerp. Doe je wat je leuk vindt? Of doe je wat je het beste lijkt, voor later? Luister je naar ratio of emotie?

 

Gisteravond op de radio hoorde ik het antwoord. Volg je hart, maar luister naar je hoofd.


Van bonuskaart tot rode loper: Gemak of status?

Punten sparen. Dat kan tegenwoordig overal. Ok, het was er vroeger ook al want ik weet dat mijn oma van de zegels van de Appie altijd naar de kapper ging, maar toen was het nog niet overal om je heen. Die spaarzegels zijn trouwens weer een heel ander verhaal want je betaalt er heel hard voor om vervolgens blij te zijn met het relatief kleine voordeel dat je er eigenlijk mee krijgt. Dus dat punten sparen onderdeel van ieders commerciële bestaan is, is al langer zo. Al is de wijze waarop natuurlijk verandert want tegenwoordig haal je je kaartje door een gleuf of langs een scanner en zit je niet meer een uur na het boodschappen nog die ellendige dingen te likken en te plakken en te scheuren. Waarom vonden we dat als kind ook alweer leuk om te doen voor oma?

Het is door de techniek van tegenwoordig een automatisme geworden om bij je aankoop je extra spaarpasje te geven. Overigens dient dit vaker het belang van de winkel, doordat het natuurlijk briljante input is voor marketing dan dat je er als klant rijk van wordt. Wel gelukkig op de een of andere manier..

 In de wereld van de reizen kun je ook punten sparen. Maar hier gaat het nog een stapje verder, je spaart namelijk niet alleen punten je bent bezig met een bepaalde status te bereiken. Heb je ooit iemand bij de Appie bij de kassa zien staan met een gouden pasje in plaats van de blauwe bonuskaart? Dat je dan een zilveren krijgt als je elke dag boodschappen komt doen en pas echt goud waard bent als je ook nog eens veel geld komt brengen, dat je dan een eigen cassiere krijgt die je naam kent en weet hoe je katten heten. Op schiphol, in hotels, is punten sparen en daardoor een status verdienen part of the deal. Ik hoorde laatst iemand met vele vlieguren  zeggen dat zijn klanten in staat zijn om om te vliegen, drie tot vier stops te maken, omdat het meer punten oplevert dan een rechtstreekse vlucht. Is een rechtstreekse vlucht geen luxe?

Maar op mijn reis (gave uitdaging die niets wegheeft van een vakantie) ga ik op zoek naar het antwoord. Ik merkte dat de wereld van het vliegen globaal bestaat uit twee populaties. Als toerist besef je niet dat luchthaven en hotels niets anders kunnen dan beide doelgroepen dienen. Maar in plaats van dat ze er 2 spaarprogramma’s van maken voor iedere doelgroep 1, is er maar 1 spaarprogramma. Die voor mensen die veel reizen en met een zakelijke doelstelling. Ik zou bijna het woord eliteprogramma in de mond willen nemen maar dat doe ik juist even niet.

Wat namelijk enorm logisch is is dat iemand met een andere doelstelling andere behoeften heeft. Ik merkte meteen dat wachten voor de douane, 2,5 uur voor aanvang op de luchthaven zijn niet hoort bij de reis, wat het voor je gevoel wel doet als je toerist bent. Dan is het shoppen op de luchthaven al je eerste hoogtepunt. In dit geval is elke stap verspilde moeite in de taak om de bestemming te bereiken. Om  daar pas echt aan de doelstelling te kunnen gaan werken. Dus voor mensen die de zakendoelstelling hebben is een puntenspaarprogramma dat op allerlei manieren zorgt voor gemak, snelheid en daarmee efficiency. Wat me opvalt is hoe dit, in mijn beleving volledig onterecht, samenhangt met status. Zilveren en gouden kaarten, rode lopers in hotels, receptiemedewerkers die meer dan voor je hollen en springen, extra services, upgrading van hotelkamers om maar een paar dingen te noemen. Ik kan me niet aan de indruk ontrekken dat er een onderlinge strijd is om punten en er toch met achting wordt opgekeken naar iemand die platinum is. Ook als toerist zie je dat iemand met Hilton Honors als eerste wordt geholpen en dat krijgt aanzien, onbewust of bewust.

Nu mocht ik laatst iemand ontmoeten die dus echt die veelbelovende platinum kaart in zijn bezit had en die wist me weer even te ontnuchteren, hij zei hoe hoger de status hoe minder bij je geliefde, gezin en eigen stek.

Ik ben er dus nog niet helemaal uit of als ik ooit in de luxe positie kom om vaker en meer van de wereld te mogen bezoeken ik blij moet zijn met de extra miles voor een tripje naar Parijs of mezelf enkel een nieuwe doelstelling opleg, die natuurlijk gehaald moet worden.


Open of eerlijk?

Niets is zonder reden. Er zit altijd iets achter. Zo is er ook een reden als iemand die elke maand, of soms wel vaker, een blog weet te produceren dat ineens vier maanden niet doet. Hoe meer ik me bezig hou met mensen, hoe meer ik weet dat er altijd een beweegreden is. En alhoewel wij psychologen altijd wel een reden willen hebben voor het gedrag van iemand is er lang niet altijd een bewuste beweegreden. Toch proberen we erachter te komen. Door vragen te stellen, door aannames te checken, ook als we daar niet altijd een antwoord op krijgen. Ik ben er heilig van overtuigd dat als we niet in staat zijn om die reden te achterhalen we niet de goede vragen hebben gesteld of de ander zijn beweegreden niet wil delen. En dat zette me aan het denken.

Is er een verschil tussen openheid en eerlijkheid? Wat is dan het verschil? En kiezen we er bewust voor om wel eerlijk te zijn en niet open? Of wel open en niet eerlijk? Of niet open en niet eerlijk? Als iemand je vraagt om een goede eigenschap te noemen, noemen we het namelijk vaak wel in 1 adem: Ik ben open en eerlijk..

Toen ik om me heen ging vragen was 1 antwoord duidelijk. Er is een verschil. Maar is het dan bewust? Laten we beginnen met openheid. Open is wanneer je geen blad voor de mond neemt, wanneer je mensen in je hoofd en hart laat kijken en er geen doekjes om wind. Even uitgaande van een extreem op een dimensie. Wanneer doe je dat en bij wie? Ik ben een van die mensen die het regelmatig meemaakt dat mensen die je niet goed kent, of net ontmoet hebt in de trein hun hart in je schoot leggen. Gewoon omdat ze het even kwijt moeten. Dat is het toppunt van openheid. Ook als ik niet altijd weet wat ik ermee aanmoet, schijnt dat de verzender weinig te interesseren. Openheid is dus eigenlijk iets heel moois tussen twee mensen. Maar klinkt niet als iets heel bewusts. Dat bleek ook uit onderzoek. Iemand die een zelfonthulling doet, wordt aardiger gevonden door die persoon. Ook als we als ontvanger niet bewust bezig zijn met het feit dat het een zelfonthulling is. Klinkt logisch, als je meer van iemand weet heb je meer redenen om iemand aardig te vinden. Even ervanuitgaand dat we het positief oppakken.. Teveel zelfonthullingen kunnen de perceptie echter weer vernietigen. Hoe meer we delen, hoe meer we het risico lopen om dingen te noemen die de ander niet aangenaam of niet als gedeelde factor beschouwt. Dus ergens moeten we op een bewust niveau wel bepalen wat we wel of niet delen. Zo controleren we natuurlijk ook het beeld dat mensen van ons hebben.

Hoe zit het dan met eerlijkheid? Volgens de moeders van mijn generatie kan een leugentje om bestwil wel. Maar ja wat is daar de grens van? Is een leugentje niet altijd om eigen bestwil? Omdat je niet wilt dat de ander wat te weten komt? En wanneer is liegen dan liegen? In mijn trainingen in gastvrijheid vertelde ik dat je niet altijd open hoeft te zijn, maar wel altijd eerlijk. Iets dat ik jaren als automatisme heb verkondigd krijgt nu ineens nog meer inhoud. Soms heb je dat. Maar de waarheid ligt in het voorbeeld. Als een gast vraagt of het druk is en het eten daarom te laat is, wat zeg je dan? Als je (volledig) open bent zeg je dat het komt omdat het erg druk is, de kok een kater heeft, je helemaal kapot bent van de hele dag en dat het eten eigenlijk al drie keer aangebrand is. Je kunt ook zeggen dat het inderdaad druk is, maar dat je je uiterste best doet om het zsm te regelen. Dat is niet gelogen, wel eerlijk en minder open.

Als we dus controle hebben over onze openheid kunnen we het beeld dat iemand van ons heeft controleren. En als we dit teveel controleren spelen we een spelletje, zoals in de politiek. Als we vanaf het begin af aan open zijn, gaat iemand ons aardig vinden. De ironie zit in het feit dat als we open zijn over onszelf we wel eerlijk moeten zijn. Zo niet dan hebben we gelogen en hebben we meer schade aan het beeld berokkend dan op korte termijn weer goed gemaakt kan worden. Dus alhoewel er een verschil is tussen openheid en eerlijkheid zijn ze onlosmakelijk aan elkaar verbonden.  

Als ik weer een nieuwe blog zou plaatsen, moest ik dan open of eerlijk zijn. Of geen van beiden? Zou ik dan niets zeggen, zou ik dan zeggen dat ik het veel te druk heb gehad met het zoeken naar een nieuwe baan, of zou ik echt eerlijk zijn en zeggen dat er gewoon niets meer uit mijn vingers kwam omdat... Omdat eerlijkheid hoog bij me in het vaandel staat en ik openheid heb leren controleren heb ik maar besloten te zeggen dat je voor het schrijven van een blog je je kop even helemaal leeg moet kunnen maken.


De kracht van herhaling

Relaties, onderlinge verhoudingen, communicatie zijn allemaal zaken die me dagelijks bezighouden. Hoe meer je leest en hoe meer mensen je leert kennen hoe meer je de processen tussen mensen en in groepen gaat begrijpen. Maar net als met alles wat je leert kom je er ook achter dat er zoveel dingen zijn die je niet weet, of waar je nog meer over zou willen weten. In het onderstaande geval vraag ik me altijd af waaromanderen dit niet weten. Is het echt niet zo simpel als ik het vind? Heb ik er wel voldoende over nagedacht, of moet ik gewoon mijn kans grijpen en het delen met de mensen die het nog niet weten.

Als je kijkt naar conflicten of onderling onbegrip is er tussen twee mensen vaak een vorm van herhaling. Denk aan het "hij doet weer dit" of "zij heeft er weer niet aan gedacht". En dan het altijd wonderschone "ik heb het je toch al zo vaak verteld". Blijkbaar is er dus niemand die stilstaat bij het proces. Ik geloof er namelijk heilig in dat het dus blijkbaar onvoldoende is om iemand enkel te vertellen dat je het ergens niet mee eens bent of graag op een andere manier zou zien. Je moet de andere persoon zo ver krijgen dat hij iets voor je gaat doen. Wanneer je iemand alleen verteld wat je wilt, spreek je een wens uit.  Ik zou graag willen dat je altijd de afwas doet, ik zou heel graag willen dat je vanaf nu meteen je mail beantwoord, ik zou graag willen dat er wereldvrede was...(Ja we willen allemaal wel eens wat..)

Nu denk ik dat de oplossing van de TII: Terugkerende Irriterende Incidenten (zoals ik ze graag noem) tweeledig is. Dus voor alle mensen die ze nog niet kennen, hier op een rijtje.

1. Houd je vast: TII's keren terug, omdat ze niet worden opgelost... Als je telkens in een cirkeltje draait met je collega of een vriend of vriendin, dan komt dat omdat het niet wordt opgelost. Ik hoor zo vaak dat mensen zich aan een persoon blijven irriteren. Maar alleen het besef al dat dit komt omdat het niet opgelost wordt, helpt vaak! Hoe zorg je er voor dat structurele dingen worden veranderd? Dan moet je ze structureel aanpakken.

Op het moment dat je deze terugkerende incidenten hebt onderkend staat je een belangrijke beslissing te wachten: Vind ik het belangrijk genoeg om het structureel op te lossen? Ga dan naar stap 2. Vind je het niet belangrijk? Dan verbreek je de cirkel door er zelf uit te stappen. Door bijvoorbeeld niet elke keer ruzie te maken in de videotheek of over de afstandsbediening.


Ik moet een beetje en wil de rest

Na vele vragen over de afloop van het experiment besef ik me dat als je wordt vervolgd onder je blog schrijft, je dus ook een vervolg moet schrijven, dom van me ...!

Het is geweldig om uit mijn omgeving te horen dat ik niet de enige op de aardbol ben die aanloopt tegen het eeuwige plannen en volgeboekt zijn van agenda's. En dat is precies waar ik in de uitvoering van het "experiment" tegen aanliep. Natuurlijk geef ik eerst even anderen de schuld, en de context, want dat moet volgens de psychologie...

Je kunt jezelf nooit los zien van de context, en in dit geval is de context dat Nederland een behoorlijk gepland land is. Een land waar je belt als je 3 minuten later bent, waar je niet belt om te zeggen dat je toch even geen zin hebt om de afspraak na te komen, (want men moest wel eens denken..) een land waar mensen in de stress raken als je een afspraak van de ochtend naar de middag verzet omdat je er zin in hebt. Maar vooral een land waar je moet zeggen dat je druk bent, omdat mensen je anders heel raar aankijken of een reden gaan vinden waarom je het binnenkort wel weer druk gaat krijgen (tja komkommertijd he, tja het is rennen en stilstaan, tja bij ons waren de kippen ook al van de leg)... Nu heb ik nog relatief weinig van de wereld gezien, maar ik besef me wel dat het niet overal zo kan zijn als het hier is. Nu is er een reden dat ik nog niet veel van de wereld heb gezien, ik heb het erg naar mijn zin in Nederland en dus is het "geplande"net onvoldoende om mijn spullen te pakken... Wat kun je er dan wel aan doen? Hoe kun je in een omgeving die gepland is er toch voor zorgen dat je spontaan kunt blijven en spontane afspraken kunt maken en dus zonder teveel van jezelf te eisen? (Hier komt dan de zelfreflectie,..)

Vind de balans.. En niet perse in yoga of in het kader van je gewicht op de weegschaal, maar in je agenda!

Dat de oplossing zo voor de hand lag zag ik tijdens het experiment ook nog niet in. Tijdens onze trainingen in timemanagement zeggen we altijd tegen de deelnemers dat je je agenda niet vol kunt plannen, omdat vergaderingen kunnen uitlopen, je niet iedereen onder controle hebt die je eventueel zou kunnen bellen en omdat er in een werkdag ook spontane dingen kunnen gebeuren... Aan de andere kant als je niets zou plannen in je agenda dan zou je hele dag een chaos worden en verhoog je alleen maar de druk.

En zo is het dus ook met je sociale agenda.. Houd ruimte voor spontaniteit! Plan niet alle avonden vol, maar houd ze ook niet allemaal vrij! Dan is daar je balans en de mogelijkheid van vrijheid zonder dat je je koffer hoeft te pakken om naar een "relaxed" land te verhuizen...Hoe? Twee dagen in de week zijn bijvoorbeeld voor sociale afspraken en de rest is vrij... Vrij om spontane dingen te doen, vrij om niets te doen, vrij om te doen waar je anders nooit tijd voor hebt, gewoon vrij...

En het fijne is dat ik dan gewoon de perfectionist kan zijn die ik ben omdat ik die twee avonden toch wel perfect wil besteden...


Ik moet helemaal niks

Ik ben 3 weken geleden gestart met een experiment. Een experiment dat zich enkel in mijn sociale leven afspeelt en niet in mijn werkend leven, maar een die de psychologie dermate raakt dat ik er toch graag een blog over wil schrijven..

Het experiment is als volgt, een maand lang plan ik geen sociale afspraken meer in! Ik zal eerst meer zeggen over hoe dit is ontstaan.

Dat ik een perfectionist ben is voor mij en vooral de mensen in mijn omgeving geen verrassing. Aan de ene kant heeft het me veel gebracht in het leven en weet ik dat ik niet snel genoegen neem of snel tevreden ben met als dingen gewoon goed genoeg zijn. Meestal brengt me dat net weer verder en daar word ik gelukkig van! Aan de andere kant ben ik er inmiddels erg goed in geworden om de lat zo hoog te leggen dat hij niet haalbaar is en dat leidt tot teleurstelling of zoals mijn manager zegt, "je legt jezelf weer op de pijnbank..." En natuurlijk hoe langer je werkt en hoe ouder je wordt, des te meer leer je inschatten waar je de lat wel moet leggen en hoe streng je voor jezelf moet zijn om reeel te blijven.

Wat wel een verrassing voor me was, is dat ik me besefte hoezeer het perfectionisme ook mijn sociale leven controleert. En dat terwijl er geen werkgever, bonus of targets in de buurt zijn. Er is dus toch maar 1 persoon die dingen kan eisen van me en dat ben ikzelf...Dat het me verbaasde is een beetje naief natuurlijk. Want de lat hoog leggen is een eigenschap, dus dat doe je uiteraard niet alleen onder werktijd...

Hoe ziet het sociale leven van een perfectionist er dan uit? Er is maar 1 doel: Het maximale. Gevolgen: Ik moet zoveel mogelijk uit al mijn vriendschappen halen, daarom moet ik mijn vrienden en vriendinnen op regelmatige basis zien, ik moet alle vriendschappen zoals ze er nu zijn blijven onderhouden, ik moet zorgen dat ik bij de meeste activiteiten ben om naast vrienden ook andere contacten te onderhouden, ik moet dan bij een afspraak meteen een nieuwe afspraak inplannen want anders komt het er niet van, ik moet ik moet ik moet...  Het gevolg is dat je op zondag in je agenda kijkt en beseft dat je al helemaal volgeboekt bent voor de rest van de week, het gevolg is dat je voor het inplannen van een spontaan etentje soms 4 weken vooruit moet bladeren of klikken, het gevolg is dat ik mijn partner moet aangeven wanneer hij dagen in zijn agenda moet blokken om samen wat leuks te gaan doen....Herkenbaar?! Nu is de situatie die ik beschrijf wel het andere uiterste maar toch: Wanneer is spontaan dan nog spontaan en wanneer wordt een keuze een eis?

Omdat ik vanuit mijn studie weet dat je voor een gedragsverandering eerst het ene en het andere uiterste moet ervaren voordat je de middenweg hebt gevonden, ben ik het experiment begonnen. Een maand of misschien wel 2 maanden alleen nog maar spontane afspraken.

Bevindingen tot nu toe? Eerst merkte ik er niks van, want ik had nog een spin-off van afspraken van 3 weken, voordeel van ver vooruit plannen.. Toen heb ik eerst de uitzonderingen op de regel bepaald, net zoals een roker die stopt met roken "maar vandaag is het een feestdag" ... Dus als er afspraken zijn met meer dan 2 mensen worden ze wel ingepland, als het afspraken zijn met mensen die ik weinig zie, worden ze ook ingepland. Volledige onzin eigenlijk...Vriendinnetjes die ver weg wonen worden eerder overgeslagen, in verband met de reistijd, die eerder nooit een probleem was. En verder? Verder weet ik ineens weer welke kleur mijn katten hadden, heb ik nog energie over voor huishoudelijke taakjes en ga ik vanavond voor het eerst spontaan met een vriendin een filmpje pakken, gewoon omdat we er zin in hebben en allebei tijd hadden vanavond.

Met de blik op mijn agenda voor de komende weken word ik een beetje nerveus van de nog niet ingevulde avonden, sta ik angsten uit dat ik de controle kwijtraak over mijn zo goed gestructureerde sociale leven en tegelijkertijd besef ik dat dat juist is waar ik behoefte aan heb..

Wordt vervolgd...


De ervaring met ervaring

ls klein kind vervloek je het feit dat je ouders zeggen dat je voor bepaalde dingen nog groter moet worden, of ouder, of volwassener. Dit omdat zij meer ervaring hebben in het leven en hun fouten al hebben gemaakt. Je wordt er voor behoed om bepaalde dingen te doen die een gevaar voor je zijn. Uit liefde voor jou willen ze je behoeden voor het maken van dezelfde fouten. Of nog erger dat je van een bepaalde actie spijt krijgt en zij je hadden kunnen helpen.  Ik noem het het vraagstuk van loslaten en vasthouden.

 

Maar het feit is dat het niet eindigt op het moment dat je ouder wordt. Niet alleen op mijn leeftijd maar ook in de rest van het leven zal er altijd een balans gezocht moeten worden tussen loslaten en vasthouden. Door mijzelf naar de trainees in een training of de coachees, door mijn managers en door mijn docenten van de mediation opleiding naar mij toe.

 

Eerste vraag die dan in me opkomt is, wat is de motivatie voor het willen vasthouden van de ander? Doe je dat om ze echt te helpen? Dus doe je het voor de ander? Of omdat je jezelf niet meer recht in de spiegel kunt kijken als je de ander niet behoedt voor het maken van dezelfde fouten? Is het altruïsme of egoïsme? En op basis waarvan beslissen we dan precies of we wel of niet loslaten?

 

Het lijkt alsof het antwoord in het dagelijks leven ligt in het woord ervaring.  Dit doet me denken aan het feit dat je als klein meisje gevaar loopt als je op een draaistoel gaat staan om iets van de bovenste plank te pakken waar je net niet bij kan. Je ziet het gevaar niet omdat je nog nooit iets op je kop hebt laten vallen of nog nooit van de stoel af bent geslingerd. Je hebt simpelweg die ervaring niet.

 

Mijn stelling is dat het bieden van de mogelijkheid om fouten te maken in principe een altruïstische beslissing is, je gunt de ander zogezegd zijn ontwikkeling, maar de beweegreden en de mate waarin we iemand fouten laten maken vaker egoïstisch is.

 

Het gevaar is echter dat er altijd nog iets bestaat als resultaten. Dat maakt de beslissig om los te laten egoïstisch! Nog los van het feit dat ervaring een heel subjectief begrip is, merk ik dat er regelmatig aannames gedaan worden over de ervaring van de ander. En dagelijks word ik ermee geconfronteerd dat dit toch stiekem voor veel mensen samenhangt met leeftijd. Op basis van wat we van iemand weten en wat zijn achtergrond is bepalen we of hij/zij genoeg ervaring heeft om hem wel of niet los te kunnen laten. Maar resultaten verminderen altijd het leerproces. Immers is er een altijddurende strijd tussen leren en presteren. Het ironische van het verhaal zit in het feit dat iemand moet kunnen leren van zijn fouten, daar leren we immers het meeste van, maar dan moet hij natuurlijk wel de kans krijgen om die te maken…

 

Laten we nu even teruggaan naar het voorbeeld van het kleine meisje op de draaistoel. Het gevolg is dat je in het begin luistert en het braaf niet doet, want je papa zal het wel weten. Maar pas als je het toch een keer zelf doet en jezelf behoorlijk bezeerd zul je zelf gemotiveerd zijn om het niet meer te doen. En ik weet dat die motivatie veel beter werkt,…

 

Houdt de egoïstische kant dus in balans met de altruïstische. Dan pas zullen mensen om je heen groeien.

 

Uniek in een groepje?

Al sinds mijn (enige) jaar bij een studentenvereniging vraag ik me af waar die eeuwige drang van de mens vandaan komt om bij een groepje te horen. En in dit geval beperk ik me tot sociale clubs en niet tot teams in organisaties, want ik besef me: dat is een heel ander verhaal.

Als kind wil je al deel uitmaken van een groep op school en dan het liefst ook een groep die goed op de sociale meetlat scoort. Op de middelbare school is het vormen van groepjes ook nog eens een gevaarlijke onderneming, want het deel uitmaken van een groep betekent daar voor veel mensen het aan de kant schuiven van wat uniek betekent. Ooit heeft namelijk iemand bedacht dat je pas een groepslid bent als je hetzelfde bent als de rest. Of in ieder geval je niet heel anders kleedt of gedraagt dan andere groepsleden. Als je tot het groepje wil horen dat hoog op de sociale meetlat scoort moet je jezelf zelfs aanpassen om toegelaten te worden. En in het geval van verenigingen betekent dat dat je je eerst moet bewijzen door de meest walgelijke dingen te doen voor de ouderejaars. Maar om niet de discussie op te laden van het nut van een ontgroening vraag ik me toch af: Wat maakt dat we zo graag deel uit willen maken van een groep. En niet zomaar een groep, maar die ene..Waarom doen we dat? Zijn we niet allang blij dat we anders zijn dan anderen?

Nu las ik een aantal onderzoeken die een reden denken te geven voor het deel uit willen maken van een groep. En mijn stelling is: bij een groepje willen horen is de weg van de minste weerstand! Eerste reden die werd aangevoerd was namelijk dat het een hele klus is om je eigen identiteit te beschermen tegenover anderen, maar als je met een groep bent die jouw identiteit deelt, dan sta je sterker. Voor zover je dan nog kunt spreken van een eigen identiteit.

Daarnaast blijkt uit onderzoek dat het deel uitmaken van een groep ons richting geeft aan ons eigen gedrag. Normen en waarden zijn vastgesteld door de groep en dus wordt het gedrag dat je vertoond voor een deel al bepaald. Over "weg van de minste weerstand" gesproken. Positief bij-effect is dat de normen en waarden andere mensen voorspelbaar maken, doordat zij zich naar dezelfde normen en waarden zullen gedragen. Ook lekker makkelijk.

Dan komt het tot slot ook nog door onze sterfelijkheid. Als een van de weinige organismen wordt de mens vanaf het moment dat hij zich bewust wordt van zijn bestaan ook bewust van zijn vergankelijkheid. Door onszelf toe te voegen aan een groepje dat onze waarden en normen draagt en waarmee we een cultuur ontwikkelen die vervolgens wordt overgedragen, maken we onszelf inhoudelijk onsterfelijk en dat geeft een gevoel van veiligheid. Blijkbaar is het te hard werken om er alleen voor te zorgen dat je onsterfelijk wordt.

Natuurlijk besef ik me dat een mens een sociaal dier is en niet zonder enige vorm van groepsvorming kan, en ook ik maak me er schuldig aan nu ik een netwerk aan het oprichten ben voor psycholoog-trainers. Dit omdat ik sterk geloof in het principe van delen = vermenigvuldigen. We hebben andere mensen nodig om nog verder te komen. Punt. Maar ik blijf toch heel graag vasthouden aan het idee dat wij individuen zijn die af en toe bij elkaar komen. Dat we ieder voor onszelf kunnen zorgen dat we ons gedrag bepalen en onsterfelijk zijn doordat we ieder uniek zijn. Bij het idee dat we een groepje of clubje zouden zijn, gaan al mijn haren recht overeind staan. Of is dat struisvogelpolitiek?

 



Zelfreflectie, een last of een geschenk? 

 

Menig huidige psychologie student of afgestudeerde zal zich herkennen in het feit dat onze studie heeft geleid tot een altijd aanwezige, bewust of onbewuste, zelfreflectie. Het feit dat we 4 jaar of wellicht langer een spiegel aan onszelf hebben voorgehouden en voorgehouden hebben gekregen leidt tot het op vroege leeftijd ontwikkelen van een "goede" zelfreflectie. Immers moet je jezelf kennen voor je iemand kan helpen en bovendien is psychologie nu eenmaal de bestudering van gedrag, ook dat van jezelf. Nu is mijn vraag, is dit nu een last of een geschenk en wanneer slaat het om in zelfcriticisme?

Mijn stelling is dat een extreme mate van zelfreflectie zorgt voor een hoge mate van zelfkritiek. Ik haal ze heel bewust uit elkaar, want het is werkelijk een ander begrip. Het altijd kritisch naar jezelf kijken leidt, zo zie ik in mijn omgeving, tot het benadrukken van zaken die nog verbeterd kunnen worden en is er weinig aandacht zaken die goed gaan. Niet voor niets noemde een vriendin het liefkozend haar "inner critic". Ik ben er van overtuigd dat dit niet hetzelfde is als zelfreflectie, want dan zouden de beiden zaken meer in balans zijn. 

Ik erken dat het hebben van die "inner critic" ook voordelen heeft en ons wat betreft inzicht in onszelf wellicht verder brengt dan anderen, dus in die zin is het een geschenk. Maar de keerzijde is onzekerheid en het altijd bezig zijn met verbeteringen. Als je namelijk beter bent geworden in het benoemen van dingen die nog verbeterd kunnen worden, hoe reeel is je zelfbeeld dan nog, hoe kun je dan een zeker gevoel hebben over je eigen kunnen? En hoe ver moet je gaan met het blijven verbeteren van jezelf en je gedrag?

Maar hoe vind je die balans? De balans tussen zelfreflectie en zelfkritiek, tussen verbeterpunten en zaken die goed gaan en tussen onzekerheid en zekerheid?

En hierop is wederom het antwoord unconditioned self acceptance. Onvoorwaardelijke acceptatie van jezelf als persoon. Pas als je dit bereikt hebt, kun je constructief omgaan met de zelfreflectie. Deze mate van acceptatie is nodig voor het aan banden leggen van de oneindige tocht naar verbetering. En dan is balans de uitkomst.

Adviseren is een vak!

Hier komt weer zo’n advies, let op
Vraag aan niemand ooit advies
Ze zullen het kleuren met de geur van eigen falen
Vraag nooit wat zou jij doen dan...?
Want wat doet het er nou toe
Bovenstaande tekst komt uit een nummer van Acda en de Munnik. Nu ben ik het regelmatig eens met de teksten die ze zingen en zeggen, maar laatst heb ik mogen ervaren dat het bovenstaande meer dan waar is.

Ik wil de keren niet tellen dat ik tijdens mijn werk als opleidingsadviseur onbekenden heb horen zeggen dat ze een goede adviseur en coach zijn....Om vervolgens een opleiding erbij te willen doen die ze eigenlijk claimen niet meer nodig te hebben, maar meer voor de vorm en omdat er toch nog wel iets van waarde aan je cv wordt gehecht. En hier komt de beste reden die ik ooit heb gehoord: ...omdat ik ook altijd zo goed ben in het adviseren van vriendinnen bij een kopje thee.

Wat maakt iemand nu een goede adviseur? Moet je dat zelf heel hard roepen? Of moeten andere mensen dat vaak tegen je zeggen?

Mijn stelling is dat een goede adviseur in staat is om de informatie te ordenen die hij krijgt van de vrager en het proces te begeleiden. Zo blijft het denkproces en de beslissing bij de vrager. Verschil met een coach is vaak dat een adviseur wel inbreng geeft op basis van een specifieke expertise. Maar een adviseur neemt geen verantwoordelijkheid voor de beslissing of het eindresultaat en zal hier al helemaal niet op aansturen.

Adviseurs in mijn omgeving gebruiken een heel andere tactiek. Met alle respect voor alle mensen die zo lief zijn geweest om mee te denken bij een beslissing in mijn leven, hebben ze de rol van adviseur toch niet helemaal begrepen.

A. Advies komt negen van de tien keer ongevraagd,... van de tien mensen die advies gaven heb ik het er 1 misschien zelf gevraagd.

B. Het komt volledig voort uit eigen referentiekader, fouten in het verleden en eigen ervaringen. 

C. Er is niemand die de vraag stelt: Waarom twijfel je? Wat zijn de voors en tegens? En in het uiterste geval dat een enkeling dit wel doet grijpt hij het meer aan als een excuus om zijn eigen mening te ondersteunen.

De grote vraag is, hoe effectief is deze tactiek? En ben je dan wel echt een adviseur? Want blijkbaar is het zo succesvol dat mensen die het vaker hebben gedaan bij vriendinnen hun loopbaan ervoor omgooien.

Misschien is een belangrijkere vraag, waarom vind ik deze mensen geen goede adviseurs? Omdat de enige taak die ze toebedeeld krijgen in het proces namelijk het wegnemen van de twijfel niet kunnen voldoen. De twijfel werd alleen maar groter. Of je vindt jezelf in een soort heetgebakerde discussie waarbij je niet eens zelf weet welk standpunt je nu aanhangt..En dus ben je als "adviesvrager" nog steeds geen stap verder. Het enige is dat je na weken wel in staat bent om een volledig verzorgd overzicht te geven van fouten en succeservaringen van je vriendenkring...

Dus mijn tip aan allen is, als je werkelijk een goede adviseur wilt zijn voor je omgeving:

A. Geef alleen advies als erom gevraagd wordt

B. Ga niet uit van je eigen fouten en successen, ieder leven is uniek..

C. Ondersteun het denkproces van de vrager.

ZO nu hoef je ook geen opleiding meer te volgen.

Opstaan met een glimlach

In een aantal gesprekken van de laatste tijd met studenten en Young professionals komt steeds hetzelfde onderwerp naar voren. Of eigenlijk is het meer een vraag. De grote bestaansvraag: Wat wil je worden als je later groot bent? Maanden na het maken van de keuze voor qstaff kan ik me nog als de dag van gister herinneren wat er in me omging toen de eerste sollicitatiebrieven door collega-studenten verstuurd werden.

Voor de eerste keer in het leven is er niet een logisch vervolg voor je bestaan. Als je van de basisschool afkomt, ga je naar de middelbare en na de middelbare is er over het algemeen het vervolgonderwijs. En of je nu gaat voor havo, vwo, HBO of Universiteit. Je weet dat er een vervolg bedacht is. Maar als je op het punt van afstuderen staat, bepaal jij de volgende stap. En logisch ook, je hebt voor het eerst van je leven een leeftijd bereikt waarop je geacht wordt die keuze voor jezelf te kunnen maken. Of dat ook zo is, is maar de vraag. Reizen, werken, verder studeren..Zou dat de reden zijn dat studenten gemiddeld zo lang doen over de afronding van de scriptie? Uitstel van het moment van beslissen?

Tientallen artikelen had ik al gelezen over sociale druk en wat het doet met individuen binnen een groep, maar dit was de eerste keer dat ik hem ook kon voelen. Wanneer de deadline van je scriptie dichterbij komt en je in een groep van twaalf stagiaires zit, weet je: Uiteindelijk moet de beslissing toch gaan vallen, het wordt van me verwacht en gevraagd...Ga je voor een grote organisatie of voor een kleine, ga je voor een uitgestippeld traineeship of een "duw in het diepe"-baan? De voelbare sociale druk betreft het feit dat je graag wilt dat je goed kunt vertellen wat je doet, dat andere mensen zich daar dan iets bij kunnen voorstellen, dat het goed op je cv staat en dat het rationeel te verklaren is waarom deze baan op dit moment "het beste" bij je past.

En ondanks alle adviezen die ik toen heb gehad is me er 1 bijgebleven, die van mijn vader. Ik vertelde dat je graag wil dat iemand zich meteen iets voor kan stellen bij wat je vertelt over je baan en dat het dan ook nog goed in de markt ligt. Whatever that may be.. Maar hij zei, het is niet erg als je elke keer, op een borrel of verjaardag aan iemand uit moet leggen wat je precies doet en wat het bedrijf doet, wanneer je dit met passie kunt doen..

En dat is dan ook wat ik de Young Professional vertel. Als je elke dag met een glimlach mag opstaan, wat wil je dan nog meer..

 


Geen spijt? Een keuze!

Laatst maakte ik in een diep gesprek de opmerking: er is maar 1 iemand die met mij moet leven, dat benik. De rest van de mensen die met mij leven, maken een keuze. En even los van het feit dat ik hier ook wel in zal moeten investeren en heel dankbaar ben dat ik niet "alleen op de wereld" ben, is er wel een onderscheid. Ik kan die keuze niet maken of ik wel of niet met mezelf wil leven. Ik moet met mezelf kunnen leven. Maar hoe doe je dat?

Voor mij heeft het in staat zijn te leven met jezelf alles te maken met spijt. Voorafgaand aan een beslissing ben je onzeker over de uitkomst ervan, dat maakt immers dat we twijfelen. Want na het nemen van een beslissing ben je (vaak) niet meer in staat om het nog terug te draaien. Hoe leef je met jezelf zonder je te verliezen in spijt?

Even geleden stuitte ik in dit kader op het begrip van unconditioned selfacceptance oftwel onbegrensde zelfacceptatie. Dit houdt niets meer en niets minder in dan de keuze te maken om jezelf volledig te accepteren. Hiermee erken je de onvoorspelbare gebeurtenissen in het leven en accepteer je het simpele feit dat alles met oorzaken en gevolgen aan elkaar hangt, maar dat jij een stabiele factor hierin bent. Jij bent Jij, in alle beslissingen en op alle momenten. Door de keuze te maken voor onbegrensde zelfacceptatie kun je achteraf dus nooit spijt hebben.

Zelfacceptatie is zo een keuze, die spijt onmogelijk maakt. Maar zelfacceptatie is wel noodzakelijk want: Er is er maar 1 die met mij moet leven: en dat ben ik!

Voor de geinteresseerden kun je meer lezen in het volgende artikel: Mental balance and well being van Wallace & Shapiro, 2006.


De Young Professional en zijn ontwikkeling

Een vraag die me al een tijdje bezighoudt is: Wat moet de organisatie of de manager doen om de persoonlijke ontwikkeling van Young professionals te faciliteren en onder welke omstandigheden is deze ontwikkeling optimaal?

Ik begon een kleinschalig en dus niet volledig valide onderzoek binnen mijn netwerk van afgestudeerden, waarin ik erachter kwam dat de YP van vandaag in twee verschillende leeromgevingen terecht kan komen. De omgeving, vaak in de vorm van een traineeship, waarin je veel leert, maar niet hoeft laten zien wat je allemaal kan. Of een omgeving waarin de YP juist mag laten zien wat hij allemaal kan, om zo zichzelf te ontwikkelen.

Een YP uit de eerste omgeving deed de uitspraak dat als je in een situatie zit waarin je wel leert, maar niet hoeft te laten zien wat je allemaal kan, dat je jezelf dan niet verder ontwikkelt. Dit deed me denken aan het feit dat ik vroeger met verstoppertje wel eens mee mocht doen voor “spek en bonen”. En voor sommige mensen kan ik me voorstellen dat het heerlijk is om te mogen meedoen en niet verantwoordelijk te worden gemaakt voor het resultaat dat je levert. Maar voor mij was niets meer frustrerend dan niet serieus genomen te worden en niet hoeft te laten zien wat je kan, omdat het niet van je verwacht wordt. Het niet uitdagen van een YP geeft hem dus het gevoel hem voor spek en bonen te laten meespelen. Op een gegeven moment zou dit hem het gevoel kunnen geven dat hij onderschat wordt en dat hetgeen op de universiteit geleerd is, verleerd is. Met als gevolg een daling in de selfefficacy, het gevoel hebben iets te kunnen.

In de tweede omgeving wordt de YP uitgedaagd tot op het niveau dat hij geen idee heeft of hij het wel überhaupt kan. Tot op het punt van het zogenoemde “bedriegerssyndroom”…Dat is een syndroom waarbij je het gevoel hebt, dat je een keer door de mand gaat vallen. Het gevoel van “wanneer hebben ze me door, en komen ze erachter dat ik echt niet zo goed ben, als ze denken”. Volgens het syndroom zou iedereen in zijn leven wel in ieder geval 1 keer dit gevoel hebben. Alsof de manager of organisatie een volledig vertekend beeld heeft van je competenties en deze dus in extreme mate overschat. Echter het vermogen iets tot een succes te maken waarvan je niet gedacht had het te kunnen, zorgde bij deze YP’s juist voor een verhoogde selfefficacy.   

Mijn stelling is daarom dat de manager en de organisatie de YP in extreme mate mogen uitdagen, en dus bij het koekhappen de koek hoger te hangen dan drie keer de lengte van de persoon. Door een bedriegerssyndroom te creëren, zul je de selfefficacy en de ambitie van de YP ongekend laten stijgen. Hiermee faciliteer je de ontwikkeling van dit individu optimaal tot op het punt waar hij beter wordt dan hij ooit had gedacht.


Is positieve emotie te beinvloeden?

Positiviteit lijkt een populaire benadering van het leven. Als je maar positief bent, dan komt verder alles vanzelf op z'n pootjes terecht. Nieuwsgierig als ik ben naar de waarheid, ben ik op zoek gegaan naar onderzoek naar dit principe. Al snel blijkt dat het ervaren van positieve emoties bij mensen inderdaad grote intellectuele, sociale en fysieke voordelen oplevert. Minder ziekte, beter welzijn en kwalitatief betere relaties. Aangezien elk individu geinteresseerd is in deze positieve voordelen is de vraag nu eerder, wat zorgt er op langere termijn voor dat we als mensen positieve emoties ervaren en is het mogelijk om hier invloed op uit te oefenen? Is het enkel genoeg om de hele dag aan leuke dingen te denken of alles van de positieve kant te bekijken? Moeten we veel sociale interacties ondernemen of juist zorgen voor alone-time? Of is dat dan weer van persoon tot persoon verschilllend?

Volgens sheldon en lyubomirsky (2006) is het een mind set. Ze hebben onderzoek gedaan naar een methode waarin je huidige beslissingen in je leven in het licht bekijkt van je "best possible self". Je "best possibe self" is een gedachte aan hoe het is om al je dromen in de toekomst te hebben vervuld. Dus al je doelstellingen, je dromen en je wensen zijn uitgekomen in deze mindset. Het denken aan je "best possible self" zorgt dat je positieve emoties ervaart, dat je daar je beslissingen op baseert en vervolgens zorgen die positieve emoties en uitkomst van de beslissingen voor een verhoging van het welzijn, op sociaal en fysiek gebied. Vragen die blijven hangen zijn, of het denken aan je "best possible self" ook gevolgen heeft voor het onderdrukken van negatieve emoties en of dit niet gewoon een moderne uitwerking is van de selffulfilling prophecy...

 

DISC en inzicht in gedrag

Aandacht voor het individu en voor het gedrag van het individu komt steeds meer naar voren in organisaties. Ik zie het als de psychologisering van het bedrijfsleven. Spiegels voorhouden en voorgehouden krijgen, zijn hierdoor aan de orde van de dag.

Om inzicht te krijgen in het persoonlijke gedragsprofiel van jezelf of van een ander zijn in de loop der tijd diverse modellen ontwikkeld. Van elk model is wel iets te zeggen, elk model heeft zo zijn prettige kanten en kritische kanten. Een van deze modellen is het DISC model. Na het invullen van een vragenlijst word je op twee assen ingedeeld. Ben je eerder taakgericht of persoonsgericht. Ben je eerder extravert of introvert? Na indeling op deze twee assen komt jouw profiel naar voren. DISC is een overzichtelijk, praktisch en toepasbaar model. DISC bevordert open communicatie, versterkt relaties en vergroot persoonlijke effectiviteit.

 Sinds enige tijd ben ik gecertificeerd trainer van het DISC model en dat geeft ons binnen qstaff de mogelijkheid om dit aan te kunnen bieden. Qstaff maakt ook gebruik van andere gedragsmodellen, immers bij het aanbieden van maatwerk trainingen gaat het om de wens van de relatie. Al zijn we ons na de certificering wel nog meer bewust geworden van de voordelen van het DISC model. Het model vangt aan met relatief eenvoudig inzicht in het eigen gedrag en het gedrag van mensen om ons heen, maar biedt tevens de mogelijkheid voor diepgang in het onderzoeken van de profielen. Dit maakt dat het model zowel voor training van individuen als teams, maar ook zeker voor het coachen van medewerkers als het een praktisch hulpmiddel dient.  Door kennis, kunde en investering kunnen we het model gelukkig ook in alledrie de vormen aanbieden.

 


Training en verandering

Training kent zijn weerstand. Trainen en weerstand, twee zaken die als het gaat om het ontwikkelen van mensen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Weerstand tegen de trainer, weerstand tegen de inhoud van de training, maar voornamelijk weerstand om te veranderen. Op de eerste plaats wordt in een training een spiegel voorgehouden. Hierbij wordt helder welke aspecten in jouw gedrag wel effectief zijn en welke aspecten nog verbeterd kunnen worden of die in sommige situaties minder effectief zijn. Op de tweede plaats is er het vervolg van de uitkomsten van de spiegel, dus wat je doet met deze informatie. Maar zo gescheiden als ik het hier beschrijf, zo gescheiden is het niet in het bewustzijn van de mens. Ik noem dit het onderscheid tussen inzicht en verandering van gedrag. De meesten onder ons en dan met name het type dat graag dingen goed doet of perfectionistisch genoemd kan worden, of dit nu op taakniveau of op mensgerichtniveau is, vindt het puur noodzakelijk om de aspecten die door de spiegel belicht worden te veranderen. Maar is dat een reele of irreele gedachte? Kunnen we niet gewoon al gelukkig zijn met het inzicht in onszelf en daarna vervolgens de keuze maken of we hierin ook verandering gaan aanbrengen? Of is het werkelijk noodzakelijk dat na inzicht een verandering in gedrag volgt? Is het menselijk om niet in alles goed te zijn en is dat waar onze weerstand voor verandering vandaan komt? En als dat zo is, zou met deze keuze in het achterhoofd de weerstand dan afnemen? Gewoon door te weten dat inzicht niet hoeft te leiden tot verandering?

 

Samen

als je samen iets wilt bereiken, prive of zakelijk zul je iets van jezelf moeten weggeven om naar elkaar toe te moeten groeien. maar is het echt iets van jezelf weggeven of heeft het meer te maken met het erkennen van de waarde van een ander. zonder dat je je bezig houdt met wat dat over jou zegt. als 2 individuen met elkaar verder willen dan hoeven ze niets van zichzelf op te geven enkel de ander zijn waarde te erkennen. 1 ding heb ik wel geleerd en dat is dat je iemand niet kunt maken tot hoe jij hem graag zou willen zien. als je dat wel in een aantal situaties lukt kun je je afvragen of hij dan nog zichzelf is. de focus lijkt over het algemeen altijd meer op onszelf te liggen dan op de ander.

 

















Laatste tweets
Laatste blog


This is our daughter Olivese. She is a completely healthy 4 month old baby. She can grab things and loves to lie on her tummy with her head high. Still she looks different. And it amazes me what that does to people. Being different is not really allowed, or at least questioned. 


When we are visiting new places or she meets people for the first time we get so many questions. What's with her eye, what happened, what's THAT? It's the first thing people see and it can't go without questioning. Apparently. I respect those questions because humans are curious by nature and we like to investigate. But there's also a percentage of people that jumps to conclusions: Did she scratch herself? Did she hurt herself or the worst one, did you hit her? This last one truly amazes me. Why would a new mom hit her 4 month old..Ever. 

And although I respect the curious questions this phenomenon to me is so typical of people in general that I thought it needed a blog. Because what this represents is the fact that: she looks different so she is different so we jump to conclusions to understand the difference. And although this is understandable I would like to remind all of you that you never know what is behind the difference that you see. 

Olivese has a hemangioma and in the beginning it grew rapidly. She is taking heavy heart medication to stop the growth. The first 2,5 months it kept growing. Up to a point were we were so stressed I thought it grew by the second and kept wondering what that would do to her brain development. Finally it's under control and the stress has come down, but still we need to give our little cute baby-girl heavy medication that elderly get for heart problems. Just imagine for a second how that must feel. 

I felt obligated to share this to remind you that you never know what battle someone is fighting and that when someone looks different we sometimes have to fight our instincts and assumptions because we might just hurt someone by stating that they are different. That's what this is. Just a reminder: be kind and embrace difference. And if you are curious ask great questions and don't jump to conclusions that might hurt more than you think. 

And for us? I hope that even if the hemangioma doesn't disappear (which it normally does) she will never forget to hold her head high even when she doesn't lie on her tummy like that anymore and realizes she is gorgeous the way she is.